Nadenkend en reflecterend op mijn dag gisteren zit ik aan tafel en kijk even opzij. Met een glimlach op mijn gezicht moet ik spontaan lachen. Zo simpel kan het dus zijn. Ik zie mijn twee honden lekker liggen slapen. Ieder op zijn geheel eigen en zorgvuldig uitgekozen plekje die perfect voldoet aan de behoefte van dit moment. Ik zie duidelijk verschil in hun keuzes.

Einstein gaat voor de plek bij de open deur. Frisse lucht en uit de zon. Hij heeft het gauw warm en is gek op koele plekjes. Elsa heeft een hele andere keuze gemaakt. Zij ligt heerlijk opgerold op het kleed in de zon en laat zich voeden door de zonnestralen. Geen van beiden is ook maar een moment bezig met wat de ander wel of niet zou kunnen denken van zijn of haar keuze. Geen van beiden overweegt zich aan te passen aan de ander omdat het dan misschien ‘beter past’?!

Zo doen mijn honden het ook met eten. Einstein is geen grote eter en slaat gemakkelijk een maaltijd over terwijl Elsa helemaal blij wordt van elke maaltijd. Geen reden voor Einstein om dan toch ook maar te eten. Hij weet dat er weer een maaltijd komt en laat zich niet verleiden zijn behoefte voorbij te gaan. Wij hebben inmiddels geleerd er op te vertrouwen dat hij niet te mager wordt en ‘goed voor zichzelf zorgt’. Elsa is een eter die een soort innerlijke klok heeft. Komt een maaltijd iets later dan begint ze onrustig te worden en zachtjes te piepen. Ik begreep dit niet direct goed toen zij bij ons kwam wonen, maar sinds ik het weet probeer ik hier zo goed mogelijk rekening mee te houden. Ik onderken haar behoefte.

Des te interessanter om te onderzoeken wat er bij mij gisteren mis ging. Want ja, ik weet dit soort dingen. Ik kan het zien. Dit onderwerp komt regelmatig op mijn weg binnen coachtrajecten die ik begeleid. Toch ligt hier voor mezelf nog steeds een valkuil waar ik, steeds minder vaak, maar toch ineens met een harde knal in duikel.

Wat is er gebeurd?

Ik had gisteren mijn eerste opleidingsdag bij BCoach. Heerlijk om weer even in de schoolbanken te kruipen en mij te laten voeden met kennis, mijn vaardigheden te toetsen en mij te laten inspireren in het contact met andere collega’s. Ik heb genoten van het enthousiasme van de de twee opleiders en de warme sfeer binnen de groep. Tot hier was dus alles goed. De dag duurde tot 18:00 uur, dat wist ik van te voren.

Een uur voor afloop voelde ik dat het mis ging. Ineens stroomde ik binnen korte tijd helemaal leeg. Ik kon er niets meer aan veranderen. Deze situatie herinnerde mij aan het moment dat je lekker een (of meer) glasje(s) wijn aan het drinken bent in een gezellige ronde en ineens beseft dat je dronken bent. Te laat om er nog iets aan te doen. Verzet helpt niet, je zult er nu doorheen moeten gaan met alle consequenties. Weg heerlijk genietmoment, dag ellendig voelen. Nu en zeer waarschijnlijk morgen ook nog.

Dat besef frustreerde mij en je raad het al, frustratie kost nog eens extra energie.

Maar het ergste was dat ik ook nog weer naar huis moest en dat betekende 2,5 uur in de auto rijden. Voor mij is langer auto rijden bij voorbaat al een energieslurper. Dat weet ik van mezelf. Ik kon wel janken en voelde een soort van angst opkomen. Het enige wat ik wilde was lekker thuis zijn en in mijn eigen bedje kruipen, zo moe was ik.

Ik ken bij mezelf verschillende soorten van vermoeidheid.

De lekkere vermoeidheid, die mij een voldaan gevoel geeft en waarin ik mij kan laten zakken.
De onrustige vermoeidheid als ik veel prikkels om me heen heb gehad en tijd nodig heb om weer tot mezelf te komen.
En de zuigende vermoeidheid. Het voelt alsof iemand mij heel hard naar beneden trekt en ik toch omhoog moet om te overleven. Kenmerkend is dat ik dan labiel wordt, niet meer goed kan denken en moeilijk kan relativeren. Als ik voel dat ik in deze vermoeidheid terecht ben gekomen geef ik dat direct aan, omdat het mij domweg niet meer lukt om nuchter te reageren.

Uiteindelijk ben ik wel op weg naar huis gegaan. Ik heb vrij snel een langere pauze genomen en eerst goed gegeten. De eerste kwartjes begonnen te vallen. Daarna heb ik mezelf tot rust gebracht door een aantal ontspanningsoefeningen te doen. Vervolgens heb ik met mezelf afgsproken dat ik op elk moment de keuze kan maken om ergens een hotel te zoeken en te blijven slapen. Dat gaf dusdanig veel ruimte dat ik veilig weer thuis ben gekomen.

Nu, een dag later begin ik een idee te krijgen wie de grootste boosdoener was en energie weg liet lekken.

Ik heb niet op mijn behoefte aan eten gelet. Ik heb er van te voren niet goed genoeg over nagedacht en was tijdens de dag zelf ook nog eens afgeleid door de interessante inhoud. Nu sta ik er bij stil dat mijn lijf werkt als dat van Elsa. Normaal gesproken eet ik een grote warme maaltijd rond 17:00. Mijn innerlijke klok vraagt hier om. Als ik mezelf dan letterlijk ‘niet voed’ gaat het mis. Ook thuis, maar dan kan ik er makkelijker op inspelen. Nu was de combinatie van lange autorit, veel mensen, veel informatie en prikkels net te veel voor mij. Maar ben ik alleen maar vergeten om goed voor mezelf te zorgen?

Dat is het niet alleen, besef ik ineens. Er is ook nog een stemmetje dat er wat van vindt om op zo een dag een uur voor afloop ineens aan een stevige maaltijd te beginnen. Stoor ik dan de rest? Krijgen anderen dan ook honger? Is het niet onbeleefd? Hoor ik mezelf dan smakken? Kan ik mezelf nog voldoende inbrengen als ik met mijn mond vol eten zit?
Interessant. Heel interessant. Zeker omdat het niet helemaal onbekend is voor mij en ik toch met open ogen in deze valkuil getrapt ben.

Heb ik dan niets geleerd van mijn eerdere ervaringen?

Ja wel. Ik kan nu vrij onmiddellijk terug kijken en refleceteren op wat er gebeurt is. Ik blijf niet meer, zoals vroeger, lang in een vervelend knagend gevoel hangen dat ik gefaald heb omdat het mij niet lukte deze dag net als de anderen ‘vol te houden’. Ik aanschouw het en trek conclusies. Ik durf andere keuzes te maken voor de volgende keer en geef mezelf te kans te onderzoeken hoe deze keuzes uit pakken. En mocht het daarna nog nodig zijn, dan ga ik weer terug kijken en mijn keuzes herzien. Ik gun mezelf de tijd en de kans om te leren van mijn ervaringen. Ik zet mijn oordeel eerder opzij dan ik het vroeger deed. Misschien nog niet helemaal zonder slag of stoot, maar toch kan ik steeds makkelijker voor mezelf opkomen.

Ik zeg het vaak tegen mijn cursisten en coachees – het is een proces!

Een proces vraagt om tijd, om vallen en opstaan, om geduld en mildheid. Jezelf beter leren kennen en begrijpen betekent niet dat je direct je gedrag veranderd hebt. Ga eens na hoe lang je dingen op een bepaalde manier hebt gedaan? En vergeet niet: het had een functie. Lerende kom je erachter dat deze functie je misschien niet meer van dienst is. Als je dat weet en je ook realiseert dat we met z’n allen vreselijke gewoontedieren zijn lukt het om jezelf de tijd te geven die nodig is voor het veranderingsproces.
Ja, en misschien gaat het weer even ‘fout’. Ik kan nu wel om mezelf lachen. Daar ging ik dus weer. De volgende ochtend kan ik aan tafel zitten, even opzij kijken en met een brede glimlach de boodschap van mijn honden herkennen. Nog steeds erg moe, maar lerende!